Als je gebruik maakt van de 30% regeling en je geeft daarnaast ook een vergoeding of verstrekking voor extraterritoriale kosten (ET-kosten), is het belangrijk om te weten of dit als loon of gerichte vrijstelling wordt gezien.
Alleen de 30% regeling
Als je alleen de 30% regeling gebruikt, kun je zonder bewijs maximaal 30% van het loon inclusief de vergoeding aanwijzen als gericht vrijgestelde vergoeding voor de ET-kosten.
Vergoeding van de werkelijke ET-kosten naast de 30% regeling
Als je daarnaast ook een vergoeding of verstrekking geeft voor de werkelijke ET-kosten, wordt dit gezien als loon van de werknemer. Je kunt dit loon echter wel aanwijzen als eindheffingsloon, wat ten laste komt van de vrije ruimte. Daarboven betaal je 80% eindheffing.
Er zijn echter uitzonderingen waarvoor een gerichte vrijstelling geldt, zoals:
- de verhuiskosten en de kosten voor tijdelijke opslag en het overbrengen van de boedel;
- de kosten voor een kennismakingsbezoek door de werknemer aan het bedrijf in het werkland;
- schoolgelden voor een internationale school of voor een internationale afdeling van een gewone school. Hiervan is sprake als:
– de opleiding op de betreffende (afdeling van de) school is gebaseerd op een buitenlands stelsel;
– de school of de afdeling vooral bedoeld is voor kinderen van uitgezonden werknemers.
Alleen vergoeding van de werkelijke ET-kosten
Je kunt er ook voor kiezen om de werkelijke ET-kosten te vergoeden in plaats van de 30% regeling te gebruiken. Als je de werkelijke kosten aannemelijk kunt maken, geldt hiervoor ook een gerichte vrijstelling.
Je mag de kosten maximaal vijf jaar onbelast vergoeden, daarna is de vergoeding belast. Ook in dit geval kun je de vergoeding aanwijzen als eindheffingsloon, wat ten laste komt van de vrije ruimte en daarboven betaal je 80% eindheffing.